Registratie van de onderhandse woninghuurovereenkomsten in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest vanaf 1 januari 2025 ook nog steeds door de FOD Financiën

In tegenstelling tot sommige berichtgeving in onder andere media of door andere overheidsinstanties blijft de registratie bij de FOD Financiën verplicht voor de vanaf 1 januari 2025 afgesloten woninghuurovereenkomsten van de in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gelegen onroerende goederen, dit in afwachting van een definitieve beslissing hierover door het Grondwettelijk Hof.

Er geldt immers een verplichting tot registratie van de akten houdende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van zogenaamde ‘woninghuurovereenkomsten’ van in België gelegen onroerende goederen.¹ In geval van een onderhandse akte dient die registratie te gebeuren binnen de twee maanden. De (fiscale) registratie van huurovereenkomsten wordt gedaan door de FOD Financiën (Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD)) in het hiertoe bestemde register MyRent en geeft aanleiding tot het heffen van een evenredig recht van 0,2 % behalve voor de onderhandse woninghuurovereenkomsten die kosteloos worden geregistreerd.

MyRent is bovendien de enige reglementair erkende authentieke databankbron van woninghuurovereenkomsten inzake Belgische onroerende goederen. Enkel de FOD Financiën (AAPD) kan hierdoor reglementair onder welbepaalde voorwaarden patrimoniumdocumentatie afleveren aan onder meer de belanghebbende partijen (huurder en verhuurder) over een bij de FOD Financiën geregistreerde woninghuurovereenkomst (bijv. de in MyRent geregistreerde documentatie of het registratierelaas hetgeen van nut kan zijn bij verlies van de woninghuurovereenkomstakte of het registratierelaas door de verhuurder of huurder). Deze documentatie zal uiteraard niet kunnen worden afgeleverd wanneer de akte niet is geregistreerd bij de FOD Financiën (AAPD).

Alvast blijft de fiscale registratieformaliteit voor onderhandse woninghuurovereenkomsten betreffende onroerende goederen gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest ook na 1 januari 2025 vrijgesteld van registratierechten. Hetzelfde geldt, onder de huidige voorwaarden wat betreft de plaatsbeschrijvingen en documenten die krachtens wettelijke, decretale of ordonnantiële bepalingen gevoegd zijn bij een dergelijke overeenkomst op het ogenblik dat zij ter registratie wordt aangeboden.

Om eventuele nadelige gevolgen van een niet-registratie bij de FOD Financiën te vermijden moet u de onderhandse huurovereenkomsten betreffende onroerende goederen (woningen) gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest afgesloten vanaf 1 januari 2025, nog steeds binnen de twee maanden bij de FOD Financiën laten registreren, dit onafgezien van de ‘burgerrechtelijke registratie’ ervan bij het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.