Nettobestaansmiddelen

Om een kind of een andere persoon dan een kind ten laste te kunnen nemen in uw belastingaangifte, moet u naar bepaalde inkomsten van die persoon kijken, de zogenaamde nettobestaansmiddelen. Eén van de voorwaarden om iemand ten laste te kunnen nemen is namelijk dat zijn of haar nettobestaansmiddelen een bepaald maximum niet overschrijden.
  • Bestaansmiddelen

    Bestaansmiddelen zijn alle regelmatig of toevallig verworven, belastbare en niet-belastbare inkomsten die een persoon tijdens een inkomstenjaar krijgt en waarvan hij of zij het wettelijk genot heeft.

    Hierop bestaan wel belangrijke uitzonderingen. U vindt de volledige lijst van bestaansmiddelen die niet inbegrepen zijn terug in de toelichting van het betreffende inkomstenjaar, onder ‘Vak II - persoonlijke gegevens en gezinslasten, B. Gezinslasten, Voorwaarden om als ten laste te kunnen worden beschouwd’.

    Het bedrag van de bestaansmiddelen waarmee u rekening moet houden is het nettobedrag.

  • Berekening van de nettobestaansmiddelen

    1. Neem het brutobedrag van alle inkomsten.

      Dat wil zeggen de bedragen van de inkomsten zoals u ze ontvangen hebt na aftrek van de sociale zekerheidsbijdrage of solidariteitsbijdrage. Daarbij telt u wel de ingehouden bedrijfsvoorheffing op. U mag in deze stap nog geen kosten aftrekken.

    2. Trek de inkomsten of het gedeelte van de inkomsten die niet als bestaansmiddelen beschouwd worden af van het brutobedrag.

      U vindt die terug in de toelichting van het betreffende inkomstenjaar onder ‘B. Gezinslasten, Voorwaarden om als ten laste te kunnen worden beschouwd’.

    3. Trek hiervan de volgende kosten af:

      • ofwel de werkelijk bewezen kosten die u kunt aantonen met bewijsstukken
      • ofwel een forfaitair bedrag van 20 %, met een minimum van 550 euro voor inkomstenjaar 2024, aanslagjaar 2025 (530 euro voor inkomstenjaar 2023, aanslagjaar 2024) voor de bezoldigingen van werknemers en de baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden.
  • Voorbeelden

    In 2024 heeft uw dochter een brutoloon van 5.000 euro (na aftrek van de sociale zekerheidsbijdrage of solidariteitsbijdrage) ontvangen uit een studentenjob. Alleen het deel dat hoger is dan 3.310 euro, dus 1.690 euro, telt mee als bestaansmiddel. De eerste schijf van 3.310 euro wordt namelijk niet beschouwd als een bestaansmiddel. Na aftrek van de forfaitaire kosten (1.690 euro x 20 % = 338 euro, met een minimum van 550 euro), bedraagt het bedrag van de nettobestaansmiddelen 1.140 euro. Het bedrag ligt onder het grensbedrag, dus uw dochter kan als de andere voorwaarden ook voldaan zijn ten laste worden genomen worden voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025).

    Uw moeder, die 70 jaar oud is en zorgbehoevend is op 1 januari 2025, heeft in 2024 een bruto pensioen ontvangen van 35.000 euro. Alleen het deel boven 32.040 euro, dus 2.960 euro, telt mee als bestaansmiddel. De eerste schijf van 32.040 euro wordt immers niet beschouwd als een bestaansmiddel. Na aftrek van de forfaitaire kosten (2.960 euro x 20 % = 592 euro) bedraagt het bedrag van de nettobestaansmiddelen 2.368 euro. Het bedrag ligt onder het grensbedrag, dus uw moeder kan als de andere voorwaarden ook voldaan zijn ten laste worden genomen worden voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025).

    Uw moeder, die 70 jaar oud is en niet zorgbehoevend is op 1 januari 2025, heeft in 2024 een bruto pensioen ontvangen van 35.000 euro. Ze was in aanslagjaar 2021 niet te uwen laste in de hoedanigheid van ouder, (over)grootouder, broer of zus van 65 jaar of ouder. Na aftrek van de forfaitaire kosten (35.000 euro x 20 % = 7.000 euro) bedraagt het bedrag van de nettobestaansmiddelen 28.000 euro. Het bedrag ligt boven het grensbedrag, dus uw moeder kan niet ten laste worden genomen voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025).

    Maximale grens nettobestaansmiddelen

    Om kinderen en andere personen ten laste te kunnen nemen in uw belastingaangifte is één van de voorwaarden dat hun nettobestaansmiddelen een bepaald bedrag niet mogen overschrijden.

    Situatie Maximale grens nettobestaansmiddelen inkomstenjaar 2023, aanslagjaar 2024 Maximale grens nettobestaansmiddelen inkomstenjaar 2024, aanslagjaar 2025
    Personen ten laste, andere dan kinderen 3.820 3.980
    Kinderen ten laste 7.010 7.290
    Kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast 7.010 7.290
    Zwaar gehandicapte kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast 7.010 7.290